startpagina
teksten Osse canon *
de 50 vensters: een overzicht
ontstaan canon
canonkaart
links
contact & colofon
zoeken

De Osse canon geeft in 50 vensters de geschiedenis weer van de gemeente Oss, vanaf de prehistorie tot aan de huidige tijd.

De Osse canon wil de lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en laagdrempelig maken; deze canon is van én voor iedereen in de gemeente Oss.

  vorig venster volgend venster
 
  Bezetting
35. Bezetting
  1940 - 1944
 

Op 11 en 12 mei 1940 passeerden de Duitse troepen Oss en Berghem; de spoorbrug van Ravenstein was op 10 mei door het Nederlandse leger opgeblazen. Erg drukkend was de bezetting in het begin nog niet. De Duitsers concentreerden zich op de grote steden in het westen. In 1941 werd een Duits verzorgingsonderdeel in Oss gelegerd. Een kleine groep Duitse militairen richtte in 1942 in het gebouw van het zwembad een luchtobservatiepost in. 

Er waren dan weinig Duitse militairen in Oss en omgeving, de maatregelen die de bezetter nam werden wel voelbaar. Veel levensmiddelen gingen al in juni 1940 op de bon. Radio’s werden door de Duitsers in beslag genomen, kranten zoals ‘De Stad Oss’ mochten niet meer uitkomen. Werkeloze mannen - en dat waren er veel in het Maasland - konden vrijwillig in Duitsland gaan werken voor een aantrekkelijk loon. Maar snel werd dat een verplichte ‘Arbeidsdienst’, vaak gevaarlijk werk in de Duitse oorlogsindustrie. Veel jonge mannen doken toen onder.

De bezetting kreeg vooral een grimmig karakter voor de Joodse inwoners van Oss: Joden werden ontslagen, Joodse kinderen moesten naar bepaalde scholen, Joden mochten niet meer met het openbaar vervoer reizen. Op deze manier zette de bezetter Joodse burgers steeds meer buiten de samenleving. Op 30 juni 1942 telde Oss 364 joodse inwoners. In augustus 1942 kregen zij de oproep voor “tewerkstelling in Polen”. Met bus en trein werd een eerste groep vervolgens door Nederlandse politiemensen en marechaussee naar Den Bosch overgebracht voor verder transport naar Westerbork. Binnen een week waren de meesten van hen al omgebracht in Auschwitz. In oktober volgde een tweede transport en op 10 april 1943 volgde een laatste. Slechts zes personen overleefden de kampen. 77 Joden zagen kans onder te duiken, zeven van hen zijn alsnog opgepakt en omgebracht. Een groepje oude en zieke Joden was in Oss achtergebleven, verborgen in een woning in het centrum. Door verraad werden de meesten van hen alsnog opgepakt en op 17 september 1944 omgebracht, twee dagen voor de bevrijding van Oss.

Op verschillende manieren is verzet gepleegd in Oss en het Maasland. Het illegale krantje ‘De Sirene’ is gemaakt door medewerkers van het Waterschap. Ambtenaren van het Distributiekantoor van Oss speelden voedselbonnen door aan het verzet voor hulp aan onderduikers en voor piloten van geallieerde vliegtuigen die door de Duitsers waren neergeschoten. Vaak waren het vrouwen die vervalste documenten, voedselbonnen en soms wapens rondbrachten. Vrouwen hoefden niet naar Duitsland voor werk en konden zich daardoor vrijer bewegen. Ook vele onderduikers vonden in deze omgeving een schuilplaats.

Burgemeester De Bourbon dook in 1943 onder, hij wilde niet langer meewerken aan de maatregelen van de bezetter. Burgemeester Linders van Berghem volgde hem. De bezetter benoemde toen de NSB’er H. Apeldoorn tot burgemeester in Oss. Deze was zeer fanatiek en merkte al snel dat er verzetswerk binnen de gemeentelijke organisatie plaatsvond. Uit angst voor ontdekking besloot de Knokploeg Herpen, met verzetsmensen uit Den Bosch, hem dood te schieten, op 10 augustus 1944, toen hij vergaderde in hotel De Keurvorst in Ravenstein. De Duitsers schoten hiervoor als straf een inwoner van Ravenstein dood en enkele andere gijzelaars.


Bijdrage: Paul Spanjaard

Literatuur:

  • P. Spanjaard, Het Maasland in de oorlog, eindred. Paul Spanjaard, Oss, 1985
  • G. Hes en J. Bader, Opdat zij niet vergeten worden (de ondergang van de joodse gemeenschap van Oss in de Tweede Wereldoorlog), Oss, 1993