startpagina
teksten Osse canon *
de 50 vensters: een overzicht
ontstaan canon
canonkaart
links
contact & colofon
zoeken

De Osse canon geeft in 50 vensters de geschiedenis weer van de gemeente Oss, vanaf de prehistorie tot aan de huidige tijd.

De Osse canon wil de lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en laagdrempelig maken; deze canon is van én voor iedereen in de gemeente Oss.

  vorig venster volgend venster
 
  Onder Hollandse invloed
25. Onder Hollandse invloed
  1830 - 1839
 

Nadat Napoleon in 1813 was verslagen, werd Nederland opnieuw een koninkrijk. Willem I, de zoon van stadhouder Willem V, werd koning. Het huidige België hoorde vanaf 1815 bij zijn koninkrijk. Maar de Belgen waren niet blij met deze koning. Hij gaf weinig ruimte voor inspraak en hoewel hij protestants was, bemoeide hij zich met de opleiding van katholieke priesters. Hij wilde de katholieke kerk in de Nederlanden onder staatscontrole brengen.  Alle kerkgenootschappen in de Nederlanden, dus ook de katholieke kerk, wilde hij onder staatscontrole brengen. Ook in het katholieke Noord-Brabant stuitte dit op veel verzet. In de nieuwe krant De Noord-Brabander, die op het platteland gretig gelezen en besproken werd, kon de oppositie zijn ideeën kwijt. Strafmaatregelen van de regering hiertegen zorgden voor een verbond tussen liberalen en katholieken. Zij pleitten voor vrijheid van onderwijs, geen staatsbemoeienis met de kerk en vrijheid van meningsuiting en drukpers. Met petities brachten zij de publieke opinie in beweging. In het oostelijke deel van Brabant tekenden vele plaatsen de petities, ook Oss.

In 1830 brak de Belgische Opstand uit waarbij België zich afscheidde van Nederland. Willem I stuurde maar liefst negen jaar lang troepen naar Noord-Brabant om de zuidgrens van Nederland te verdedigen tegen de Belgische Opstand en om de onrust in Brabant in te dammen. In Noord-Brabant bestond zeker sympathie voor de Belgische afscheiding. Maar voor de Brabantse oppositie was de afscheiding van het noorden een stap te ver. Bovendien waren er maar liefst zo’n 60.000 militairen in Noord-Brabant gelegerd en de marechaussee waakte voortdurend over de openbare orde. Een opstand was in zulke omstandigheden totaal uitgesloten. Kleine schermutselingen tegen het koningshuis waren er wel. In Ravenstein verscheurde winkelier Reinier van den Anker de kleren van de burgemeester en gaf hem rake klappen, nadat deze hem had berispt om zijn negatieve houding tegen de koning.

De inkwartiering van de vele soldaten drukte soms een zware stempel op het alledaagse leven. In Oss was het Groot-Reserve-park van het leger gevestigd, waar alle vuurmonden met munitiewagens ondergebracht waren. Daar stak regelmatig onvrede de kop op over toewijzing van inkwartiering, die door inwoners als een last werd ervaren. Maar daar stond ook tegenover dat er meer vertier was in de herbergen. De middenstand had eveneens meer omzet en de gesloten dorpsgemeenschap werd opengebroken door de soldaten die van boven de grote rivieren kwamen. De wals werd een populaire dans en de vrijere omgang tussen beide seksen leidde tot een stijging van onwettige geboorten, ook in Oss. De geestelijkheid die al op felle wijze stelling had genomen tegen gemengde bijeenkomsten van jongeren en het destijds heel populaire ‘onder het hoedje vrijen’ (in het openbaar zoenen, maar wel met een hoed hier voor gehouden om het te verbergen), raakte geheel van de kook van de invasie van zoveel jongemannen uit het noorden. Op deze manier zouden de zeden totaal verwilderd raken. De overheid legde in de eerste jaren na de Opstand het openbare leven aan banden. Zo werden jaarmarkten en kermissen bijvoorbeeld verboden.
Pas in 1839 erkende Willem I de Belgische onafhankelijkheid en trok hij de troepen terug.

Bijdrage: Tiny Romme