startpagina
teksten Osse canon *
de 50 vensters: een overzicht
ontstaan canon
canonkaart
links
contact & colofon
zoeken

De Osse canon geeft in 50 vensters de geschiedenis weer van de gemeente Oss, vanaf de prehistorie tot aan de huidige tijd.

De Osse canon wil de lokale geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk en laagdrempelig maken; deze canon is van én voor iedereen in de gemeente Oss.

  vorig venster volgend venster
 
  In de vuurlinies van de Opstand
14. In de vuurlinies van de Opstand
  1568 – 1648
 

De Tachtigjarige Oorlog, ook wel de Opstand genoemd, leidde tot het ontstaan van de Republiek; een unieke staatkundige gebeurtenis in Europa. Maar vooral in het noordoosten van Brabant zou men weinig voordeel ondervinden van het ontstaan van de Republiek. Het gebied rondom Oss lag in de vuurlinies tussen de Staatse troepen van Oranje en de Spaanse legertroepen. Het was overleven in een wereld van geweld, brandstichtingen, plundering, wateroverlast en overstroming, marteling, verkrachting, misoogst, honger en pest, waaraan geen einde leek te komen.

Op Paasdag 1573 vielen Staatse troepen Oss aan, vermoordden de pastoor in de kerk en staken zestig huizen in brand. Dit was nog maar het begin van alle ellende. De strijd tussen Staatse en Spaanse troepen werd nog heviger na de Bossche aansluiting bij de Spaanse vorst in 1579. De Osse schutterij beschermde de gehavende stad zo goed mogelijk. De kerk werd zelfs enkele keren door hen succesvol verdedigd. Midden jaren tachtig mislukte de oogst, waarna verschrikkelijke hongersnood ontstond. Velen stierven van de honger, ook omdat legertroepen het platteland afschuimden op zoek naar de laatste resten voedsel. Het graafschap Megen kreeg in 1572 met de Opstand te maken, toen de nonnen van klooster Bethlehem in Haren verdreven werden door Staatse troepen. De kerk en het kasteel van Megen gingen in 1581 in vlammen op. Het kasteel werd nooit meer herbouwd. Megen kwam zwaar vernield uit de strijd. Rond 1600 bood het kwartier van Maasland een trieste en verlaten aanblik. Enkele dorpen waren zelfs niet meer bewoond. Water had vrij spel in de polders vanwege doorgestoken Maasdijken als gevolg van oorlogshandelingen.
Dezelfde taferelen waren te zien in Megen en het land van Ravenstein, daar vanwege het beleg van Grave, dat in 1602 door Maurits veroverd werd. Te midden van alle ellende werd Oss in 1599 extra getroffen door een epidemie van ‘rood melissoen’ (dysenterie, een agressieve darmziekte waarbij bloed in de ontlasting meekwam, in de volksmond ook wel ‘rode loop’ genoemd). Vanwege de dreiging van gevechten woonden de inwoners dicht op elkaar binnen de stadswallen. De zeer besmettelijke ziekte sleepte velen het graf in, onder wie twee priesters, die de slachtoffers het sacrament der stervenden toedienden. Bij gebrek aan medische kennis kon men eigenlijk alleen bidden tot de pestheiligen, zoals Antonius, Rochus en Sebastianus.

Op 10 juni 1606 werd Ravenstein getroffen door een grote brand. Alleen het kasteel en een huis werden niet door de vlammen verteerd. Door de strijd om de Kleefs-Gulikse erfenis kreeg Ravenstein vanaf 1621 te maken met bezetting door een Staats garnizoen. Na de val van ’s-Hertogenbosch in 1629 werd de Meierij geconfronteerd met dubbele belastingen, van Spaanse en Staatse zijde.
Ook woedde in het land van Ravenstein en graafschap Megen in 1635 en 1636 de pest met veel dodelijke slachtoffers. Deze pestepidemie had zo’n grote impact op de bevolking, dat een jaar later het Antoniuskapelletje in Deursen werd opgericht voor de aanbidding en verering van deze pestheilige. Het kapelletje (hiernaast te zien) is nog steeds te bezichtigen. In de kerk van Deursen bestond al vanaf het midden van de zestiende eeuw een Antonius- en Sebastianusaltaar.

Bijdrage: Tiny Romme

 Literatuur:

  • Geschiedenis van Oss: met inventaris van de gemeente-archieven, J. Cunen, 1932
  • De geschiedenis van het graafschap Megen, Gerard Ulijn, Zaltbommel, 1984
  • Staatsvormend geweld: overleven aan de frontlinies in de meierij van Den Bosch, 1572-1629, Leo Adriaenssen, Tilburg, 2007