Omstreeks 1500 waren de middeleeuwen ten einde. Door de ontdekkingsreizen en allerlei veranderingen in de wetenschap was de mens steeds meer centraal komen te staan. Dit had grote invloed op het geloof. Er was steeds meer kritiek op de katholieke kerk. Maarten Luther uitte in zijn 95 stellingen onder andere een aanklacht tegen de overdadige weelde van de kerk in Rome. Ook andere hervormers kregen snel bekendheid, zoals Johannes Calvijn. Dankzij de nieuwe boekdrukkunst verspreidde hun kritiek zich snel en kregen zij met name in arme streken veel aanhang. Vooral het idee van soberheid in de kerk sloeg aan. Toch was de situatie per parochie verschillend. Waar de priesters goed werk verrichtten en waardering kregen van hun parochianen, bleef het nieuwe geloof op afstand.
Eén gebied, twee godsdiensten
In deze regio ontstonden in één gebied twee godsdiensten. Er werd namelijk bepaald, in 1555 bij de Vrede van Augsburg, dat het geloof van de heer ook het geloof van de onderdanen zou zijn. Dus was de heer katholiek, dan waren zijn onderdanen dat ook. Was de regering protestant, dan was de staatsgodsdienst het protestantisme. Oss, Berghem en Dieden behoorden tot de Meierij van ’s-Hertogenbosch, tot het kwartier Maasland. Deze regio viel onder Staats, protestant, gezag. Hier werd de openbare beleving van de katholieke eredienst verboden en werden kloosters gesloten. Inwoners van Oss, Dieden en Berghem moesten voor een katholieke dienst naar zogenaamde schuurkerken of gingen in het graafschap Megen of in het Land van Ravenstein naar de kerk. Megen, Haren, Macharen en Ravenstein met zijn talrijke kerkdorpen vielen namelijk onder ander gezag. Hier waren de (Duitse) heren katholiek en was de leidende godsdienst het katholicisme. In deze plaatsen was het gezag een stuk toleranter op het gebied van godsdienst.
Nieuwe bestemmingen
In augustus 1566 startte in Vlaanderen (Steenvoorde) de beeldenstorm, de katholieke kerk werd geplunderd en vernield. De beeldenstorm kreeg snel navolging in Vlaanderen, Brabant en de rest van de Nederlanden. Opvallend is dat de meeste vrije heerlijkheden, waaronder ook Megen en het Land van Ravenstein, gevrijwaard bleven van de vernielzucht. Toch kregen zij op verschillende manieren te maken met de nieuwe godsdienst. Zo kwam in 1614 een stadsgarnizoen van de Republiek der Verenigde Nederlanden naar Ravenstein. Hiermee kwamen protestantse soldaten binnen de muren van de vestingstad. Na enige tijd werd hun roep voor een eigen kerk zo groot, dat in 1642 de Nederlands Hervormde kerk gebouwd werd.
In 1629 werd de stad ’s Hertogenbosch door stadhouder Frederik Hendrik ingenomen. Alle daar gevestigde kloosterorden moesten de stad uit. Zij trokken naar de vrije heerlijkheden zoals Megen en het Land van Ravenstein. Ook nu nog zien we daar dan ook een hoge concentratie kloosters in Megen (twee), Haren, Deursen en Ravenstein.
Na de ontzuiling en de ontkerkelijking in de zestiger jaren van de twintigste eeuw, is het kloosterbestand flink uitgedund en hebben diverse kloosters een andere bestemming gekregen. Klooster Soeterbeeck in Ravenstein is het studiecentrum van de Universiteit Nijmegen en is bedoeld voor vergaderingen en trainingen. Klooster Bethlehem in Haren is tegenwoordig bestemd voor de verhuur voor feesten. In de kloosterboerderij ernaast, is Erfgoedlokaal Haren gevestigd.
Bijdrage: Leon van Liebergen en Rop van de Burgt
Links:
Informatie over religie in Ravenstein op de site van de Heemkundekring Land van Ravenstein
Te bezichtigen (op afspraak):
Nederlands Hervormde kerk, ds Hanewinkelplaats/Servetstraat, Ravenstein
St Lucia kerk, Marktstraat, Ravenstein
Klooster Soeterbeeck, Ravenstein
Erfgoed lokaal Haren, naast klooster Haren
|